De kindervoet
Baby- en kindervoeten zijn kwetsbaar
Zij vormen letterlijk de basis voor de toekomst van jouw kindje. In de meeste gevallen gaat alles goed en zullen de wankele eerste stapjes van een baby worden gevolgd door die van een druk drentelende peuter en kleuter. Eenmaal op de basisschool ontwikkelen de kleuters zich doorgaans tot leerlingen die ‘stevig’ op hun benen staan. Maar soms gaat er iets mis. En dan is het zaak tijdig een specialist in te schakelen. De podotherapeut is dé voetspecialist bij uitstek.
Ontwikkeling van de voeten
Als je kindje eenmaal is geboren, is het zaak ook de ontwikkeling van de voeten en de beentjes goed in de gaten te houden. De meeste ouders weten niet hoe de kleine onderdanen van hun kindje zich horen te ontwikkelen.
Bij de geboorte van je kind zijn niet alle botstructuren in de voet volledig ontwikkeld, die bestaan voor een groot deel nog uit kraakbeen. Daarom zijn babyvoetjes ook zo zacht en buigzaam. De voetjes hebben vaak een platte vorm. Dat komt doordat er onder de hele voet nog een dik vetkussen zit. Dat vetkussen verdwijnt in de loop van de eerste levensjaren en pas dan wordt langzaam de voetboog zichtbaar.
Baby’s trappelen en spelen graag met hun voeten. Terwijl ze dat doen, ontwikkelen de spieren zich en worden de voeten en beentjes voorbereid op het lopen en op het dragen van gewicht. Zo rond het eerste levensjaar probeert een kind te staan en te lopen. Als jouw kindje heel vroeg is, komen die eerste stapjes zo rond de tien maanden. Bij andere kindjes kan het duren tot hij of zij anderhalf jaar oud is. Die periode is onder meer afhankelijk van de ontwikkeling van de voet. Zodra de voet in staat is om het eigen lichaamsgewicht te dragen, gaat een kind uit zichzelf staan en lopen.
Wanneer een kind de voeten belast, wordt een geleidelijke verandering in de stand van de voeten en de benen zichtbaar. Kinderen die net gaan staan, doen dit gewoonlijk met platvoeten en O‑benen, op die manier hebben ze meer controle over dat onzekere voortbewegen.
Als ze ongeveer twee tot drie jaar oud zijn, hebben peuters nog steeds platvoetjes maar verandert de stand van het been naar een X‑stand. Rond diezelfde tijd verdwijnt ook het zogenaamde “babyvet”. De benen blijven een paar jaar in die X‑stand staan. Pas tussen het vijfde en het zevende levensjaar, als de botten in de voet voldoende zijn uitgehard, komen de voeten en de benen in een goede, rechte positie.
Hoe kun je als ouder bijdragen aan een goede ontwikkeling van de voet?
Juist omdat babyvoeten zo buigzaam en dus vervormbaar zijn, hebben ze veel bewegingsvrijheid nodig. Wanneer de eerste stapjes binnenshuis plaatsvinden, is het niet nodig om een kind schoenen te laten dragen. Juist lopen op blote voeten of op sokjes helpt de voeten en de spieren normaal te groeien en kracht te ontwikkelen. Let wel goed op dat sokjes niet te klein of te krap zijn, want dat kan nadelig zijn voor de ontwikkeling.
Als er buitenshuis gestapt gaat worden, kun je het best kiezen voor flexibele schoentjes die gemaakt zijn van natuurlijke materialen. Wanneer je kind twee tot drie weken goed zelfstandig kan lopen, kunnen de eerste echte schoenen worden aangeschaft.
Wanneer ga je naar de huisarts?
Tot een jaar of zes zijn de voeten en de benen nog volop in ontwikkeling. Een platvoet, O‑benen, X‑benen, het komt over het algemeen allemaal weer goed. In een aantal gevallen doe je er echter goed aan wel naar de huisarts te gaan.
Bijvoorbeeld als je kind
- regelmatig struikelt of valt over zijn eigen voetjes
- klaagt over vermoeidheid en/of niet lang kan lopen
- niet graag loopt
- pijnklachten heeft met lopen en/of sporten
- pijnklachten aan enkels, knieën, benen of heupen
- ook na het zesde levensjaar nog platvoeten of X‑benen heeft (hoewel correctie zelfs dan niet altijd nodig is)!
In overleg met je huisarts kun je een doorverwijzen naar een podotherapeut vragen. (Bron: Nederlandse Vereniging van Podotherapeuten).